Beschrijving
Waarom heeft een plant kalium nodig
Aandeel van kalium in de plant
Het aandeel van kalium in de plant is na stikstofĀ het hoogst. Toch is er veel minder over bekend. Dat komt omdat kalium nergens ingebouwd zit, zoals stikstof in eiwitten en enzymen. Kalium komt alleen in opgeloste vorm voor in de plant als kaliumionen (K+). Het drooggewicht van een plant bestaat voor 1,0% uit kalium. Dit gemiddelde varieert van 0,5 tot 5,0% afhankelijk van het gewas. Aardappelen, uien en koolgewassen zijn bijvoorbeeld sterk kaliumbehoeftig.
Vochthuishouding en celspanning
Kalium regelt de wateropname (osmose), doordat het als K+-ion in het celvocht aanwezig is. Door de opname van water in de cel wordt celspanning opgebouwd. Hierdoor neemt de stevigheid van het gewas toe. Door de stevige celwanden is het gewas minder gevoelig voor plagen en aantasting, met name door schimmels. De osmose speelt ook een belangrijke rol bij het openen en sluiten van de huidmondjes van de plant. Dit mechanisme is niet alleen belangrijk voor de verdamping, maar ook voor de inlaat van CO2Ā (koolstofdioxide) en daarmee voor de fotosynthese.
Kalium maakt gewassen beter bestand tegen de kou. Dat is vooral van belang voor wintergewassen (winterhardheid). Het effect is tweeledig: enerzijds voorkomt kalium als zout in het celvocht snelle bevriezing van het celvocht. Anderzijds zorgt kalium voor een goede wateropname. Vorstschade is namelijk vaak het verdrogen van de plant.
Transport van stikstof en suikers
Kalium wordt als K+Ā (positief geladen ion) door de wortels opgenomen. Kalium wordt daarom door de plant gebruikt als compensatie van negatief geladen ionen zoals nitraat, fosfaat en aminozuren. De plant is hierdoor in staat om transporten te verzorgen, bijvoorbeeld van suikers en zetmeel van de bladeren naar de andere delen van de plant.